Kijkje achter de schermen bij de gebiedsteams: interventie onderzoek
Wanneer na de veiligheidsbeoordeling van het Advies- en Meldpunt of het Crisisteam wordt besloten dat de casus niet kan worden afgesloten of overgedragen, maar om Onderzoek of Voorwaarden & Vervolg vraagt, pakt het gebiedsteam dit op.
Veilig Thuis kiest voor het doen van onderzoek in het geval:
- er aanwijzingen zijn voor acute en/of structurele onveiligheid en/of een multiproblematische leefsituatie én
- directbetrokkenen onvoldoende meewerken of onvoldoende bereid zijn hulp te accepteren én/of
- het voor het zetten van vervolgstappen noodzakelijk is de gemelde vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling te bevestigen of te weerleggen.
Veilig Thuis kiest voor het inzetten van deze dienst in het geval:
- er aanwijzingen zijn voor acute en/of structurele onveiligheid en/of multiproblematische leefsituatie;
- het niet noodzakelijk of wenselijk is een vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld te bevestigen of te weerleggen;
- de directbetrokkene(n) voldoende bereid en in staat is (zijn) om samen te werken aan het herstel van de veiligheid en zo nodig hierbij hulp te accepteren.
Ook trekken we hierin op met reeds betrokken hulpverlening en kijken welke hulpverlening eventueel nog meer nodig is. We werken met vier gebiedsteams om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de partners in het veld en de lokale infrastructuur.
De vier gebieden waarin wij werken zijn:
Regio Noord: Maassluis, Vlaardingen, Schiedam en Lansingerland
Regio Oost: Prins Alexander, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Stadscentrum, Delfshaven, Kralingen-Crooswijk, Noord, Overschie, Hillegersberg-Schiebroek en Hoek van Holland
Regio stad Rotterdam Zuid: Feijenoord, IJsselmonde, Charlois, Rozenburg en Hoogvliet-Pernis
Regio Zuid West: Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard, Nissewaard, Hellevoetsluis, Brielle, Westvoorne en Goeree-Overflakkee
Een procesregisseur vertelt
‘’Ik ontving twee meldingen over een 70 jarige mevrouw en haar volwassen zoon. De meldingen kwamen vanuit het ziekenhuis en de ambulancedienst. Beiden hadden zorgen over het welzijn van mevrouw. De zorgen betroffen het verkeerd gebruik van medicatie, zorgen over de beschikbaarheid van zoon voor moeder door psychische problemen van de zoon (zoon woont bij moeder in om haar te verzorgen, moeder heeft continue toezicht nodig), persoonlijke hygiëne en het zorgmijdend gedrag van zowel moeder als zoon (professionals adviseren om mevrouw in een verzorgingshuis te plaatsen, maar moeder en zoon houden dit tegen).
Redenen om een onderzoek te starten om de veiligheid van de directbetrokkenen inzichtelijk te maken en te kijken of er sprake is van huiselijk geweld en/of ouderenmishandeling. Ik ben in gesprek gegaan met moeder en zoon om de Veilig Thuis meldingen te bespreken en te inventariseren of zij de zorgen (h)erkennen en de hulpverlening op dit moment afdoende vinden. Daarnaast heb ik contact opgenomen met een aantal partijen:
- de reeds betrokken professionals: een casusregisseur vanuit Aafje en de klant-coördinator van de thuiszorgorganisatie, met als doel de huidige betrokkenheid en zorgen te bespreken.
- de psycholoog en behandelaar van zoon, met als doel te onderzoeken of er zorgen zijn over het psychische welzijn van mijnheer en of hij in staat is zorg te dragen voor een kwetsbaar persoon, zijn moeder.
- de huisarts van moeder en zoon, met als doel om na te gaan of het gezin bekend is en er zorgen zijn.
Naar aanleiding van de verzamelde informatie, gesprekken en intern overleg ben ik tot de conclusie gekomen dat de zorgen rondom ouderenmishandeling op dit moment niet bevestigd zijn, maar er zijn wel zorgen. Er is blijvende actieve bemoeienis nodig vanuit de huisarts, hulpverlening en thuiszorg voor mevrouw en vanuit GGZ voor de zoon. Dit alles om de veiligheid binnen het gezin te blijven waarborgen. Deze conclusie heb ik tijdens een gesprek (warme overdracht) met zoon en professionals van de betrokken partijen besproken en gezamenlijk hebben we afspraken gemaakt over veiligheidsvoorwaarden, casusregie en mijn betrokkenheid vanuit Veilig Thuis.
‘’De betrokken professionals hadden los van elkaar zicht op de zorgen over hun ‘eigen stukje’. Doordat ik de partijen aan elkaar gekoppeld heb ontstond er een totaalbeeld over de zorgen en plaatste dit de losse zorgen in een ander perspectief.’’
In de veiligheidsvoorwaarden namen we op dat Veilig Thuis verwacht van zoon dat hij zorgadviezen opvolgt met betrekking tot zijn moeder en met betrekking tot zijn persoonlijkheidsproblematiek. Dit heeft als doel dat de betrokken hulpverlening wordt geaccepteerd. Blijkt dat zoon zich niet kan/wil houden aan de afspraken en veiligheidsvoorwaarden, zal er door de betrokken partijen in overleg bepaald worden wat passende vervolgstappen zijn.
De casusregie is duidelijk belegd en vanuit Veilig Thuis blijf ik monitoren op de veiligheids-voorwaarden. Actiepunten zijn dat moeder wordt voorzien in haar basisbehoeften, zoals goede voeding, medicatie en persoonlijke hygiëne en dat de huisarts de fysieke en cognitieve conditie van moeder regelmatig controleert. Zoon heeft ondersteuning nodig vanuit de GGZ om zicht te houden op zijn gemoedstoestand. Er is mogelijk kans op een terugval omdat hij geen medicatie gebruikt voor zijn persoonlijkheidsproblematiek. De terugval kan bestaan uit angsten en mogelijke (rand)psychotische verschijnselen.
Wat ik doe tijdens het monitoren? Ik heb contact gehad met alle betrokkenen om zicht te krijgen op het naleven van de veiligheidsvoorwaarden. Zoon gaf aan dat hij niet tevreden was met zijn huidige begeleiding vanuit de GGZ. Gedurende de monitoring heeft zoon intensieve gesprekken gevoerd met de betrokken hulpverlening, met als resultaat dat hij bij een andere instelling hulp ontvangt en ermee heeft ingestemd dat zijn moeder in een verpleeghuis is gaan wonen. Daarmee zijn de zorgen over het welzijn van mevrouw en haar zoon weggenomen en kan ik deze casus met een gerust hart afsluiten.’’
Naast meldingen over ouderenmishandeling krijgt het gebiedsteam een diversiteit aan problematieken binnen die kunnen gaan over complexe echtscheiding, stalking, schadelijke traditionele praktijken (waaronder eerwraak), seksueel misbruik en kindermishandeling.